[rank_math_breadcrumb]

02. Het hekje

Het licht mevrouw, wij zeveren maar over de sterrenstraling die in ons is. Kunt u het gezeur van uw verdachten nog aan? Of is ook in ons de knal al vergaan van licht uit een volkomen dicht niets? U bekommert zich steeds maar om het hoogste in dit leven.
            U koestert uw warmte. Wij barsten liever uit in een ogenwisseling tussen mensen.
            Om de wereld zonder enig doel te wijzigen in een net iets andere kleur licht zoeken wij uw ogen dame zoals een terdoodveroordeelde zijn vrienden aanziet in zijn laatste tellen. U komt ons niet meer aankijken, tenzij we ons weer melden met een beroep op het overtreden van uw wetten.  

Wij gaan voor de goddelijke vonk vanwaar wij komen en waarheen wij teruggaan. En tussendoor beseffen wij diep en graag dat een geweld van ineenstorten en sterven ons tijdelijke tussenstation vormt.
            Eigenlijk interesseert zelfs het licht dat aan het gas van het begin ontsnapt, ons niet of nauwelijks. Zover zijn wij in deze mensenwereld van u nog niet. Ook wij leven in een maatschappij met uitverkoren staatsbetaalde filosofen en psychologen. Ze zaniken en zagen door over een waarom. Er is geen ander waarom dan het antwoordvrije daarom dat u het licht van uw ogen in de mijne schiet. Wie van ons is het snelste? Er hoeft geen postzegel op uw bericht. Wie heeft het meeste geduld?
            Hier mevrouw draait alles om.

U ontwijkt onze blikken. Ze zijn u brutaal. Wij zijn goddank foute mannen in deze vrouwenwereld van uw geluk en succes. Ook wij kijken liever wij nog vóór het oer van enig ding zoals uw onderzoekers zonder onderzoek want zonder mogelijke waarneming voor hun soldij doen. We soebatten er niet over, dat laten we aan uw theologen op hun universiteiten.
            Wat voorafgaat aan onze explosie van uitstortend zaad en uw licht schokkende orgasme, zegt meer dan de sidderende eruptie dame.
            Omdat wij nu eenmaal bestaan uit het stof van verschrompelde sterren, weten wij dat een in elkaar klappen van licht noodzakelijk is om eens weer terug te keren naar het licht. Wij levende wezens willen naar het licht en kunnen niet meer terug naar minder licht alsof wij insecten zijn die tegen de bovenlichten van een serre tikken en stuiten op de grond waar zij de deur onder zich niet meer vinden.  We kennen onze kelder niet. 

En het licht dame waarheen wij weerkeren, is nimmermeer zomaar licht. Het is licht dat geraakt is door uw mensenogen. Uw eeuwige klassenjustitie voor F. in zijn kuip en voor Ajax op alle velden, blijft uw mensendoel in uw mensenleven. U spreekt recht in eigen stadion. Uw klasse wordt geëerd in het hele land.
            De goeden, de verhevenen, de besten, op een enkele plek en op alle plekken waar uw strafvordering kan reiken - u beschermt hen graag. Tegen ons. De intelligenten zijn hoog. Zij dragen bij aan de wereld van het geld. Wie stelt de regels voor die wedstrijd op? Waar is onze mensenwet van genegenheid?
            U is liever een persoon van succes dan van waarde voor een u onbekende omgeving van de onderkant van uw samenleving. Intellect is uw alibi.

Wat doet u voor de korte en de lelijke mensen wat u voor vrouwen doet in de posities waar zij minder vertegenwoordigd zijn dan mannen?
            Quoteert u hen ook?
            Maakt u registers van in dienst te stellen lelijkerds en halve meters zoals u jaarlijks de prachtlijstjes opmaakt van veelbelovende aanstormende jongedames?

Gedwee en geduldig maken wij een dood in dit leven van uw vernedering door. Waar wij uw medeleven niet uit uw ogen peuren als een gift, daar logenstraffen wij het gif van uw intelligentie over hen die uw nieuwe regels, procedures en wetten lastig vinden. Zij blijven immer onderaan in uw piramidespel.
            Wij Zandorianen zorgen dame dat u hen hebt gezien. Voor u sterft.
            Helaas krijgen wij uw oog nooit te pakken. Het is niet erg. Ergens komen wij in uw blikveld. Eens hebt u een gedachte die ons en hen raakt met de kleur van uw oog.

Als wij terugkeren naar het licht in of achter de sterren, dan nemen wij uw tint mee mevrouw.
            Een andere taak kent dit mensenleven niet.
            U meent dat het eeuwige medemensen naar beneden trappen in loze uitkeringsklusjes, in norren en kampen met uw ontwikkelde idee hen te helpen, de zin van uw bestaan is omdat u dan hoger klimt.

We hebben de keuze niet om niet mee te doen. Uw persoonlijke merken wensen de alfa-vrouwtjes of alfa-mannetjes van uw wereld te zijn. Wij verdoen onze tijd niet langer aan uw onzin van u vrijwarende wetenschap. Hoewel wij ons niet geheel aan rollen in uw toneel kunnen onttrekken, blijven wij terugspringen naar god. Het spel gaat niet alleen door een vierde muur, maar ook door planken en door friezen heen.
            We zijn een afgevinkt vonkje op aarde en wij kaatsen weer terug. Op iets anders richten wij ons niet. Maar met uw kleurschakering dame. Een andere opdracht gaf God niemand van Zandoria. Zowel uw hogere wezen als het onze zuigt onophoudelijk op uw oogbol.
            Als wij bijten en als wij overlijden, dan weten wij: ja, wij hebben in dit leven niets geleerd, ja wij hebben niets in uw fabel van geschiedenis voor u ontwikkeld, en ja wij veranderen iets in het spectrum van het eeuwige licht dat om de dingen kromt.

*

Ik vertel u waarom zwaartekracht invloed heeft op het licht, waarom het om de kosmos pakt als cadeaupapier, waarom beide niet zonder een uitvouwen van elkaar bestaan: omdat zowel golven als massa dingen blijven die niet zonder uw aanblik kunnen.
            Alles wacht op u.
            Waarom blijven uw ogen turen in uw kijkdoos van succes, status en seks? Een kind op straat dat u argeloos aanklampt als u een zaterdagmiddag shopt in de stad, vraagt u met welke kleur papier-maché hij het dak op uw theater legt voor zijn dubbeltje.

Maakt u liever gebruik van het schijnsel dat niet of nauwelijks invalt van de zijkanten?
            Als u niet kiest, kiest hij de kleur van uw ogen.
            Eenmaal in het donker schouwt u nog steeds naar hetzelfde toneel.

Uw kleur.
            Niet eens de kleur van uw schaamtevolle wangen die u zo professioneel verbergt tot wij uw fysieke ruimte waardig benaderen. Het gaat u niet om respect en contact. Bij u draait het leven om afstand en verering.
            En ondanks uw eeuwige sociale verschil waarin u gelukkig bovendrijft, nemen wij voor u uw kleur mee mevrouw naar het licht in en om alle dingen. Het is immer slechts om uw kleuring gewaar te worden dat dingen en licht naar elkaar buigen.

Uw en onze grote god geeft ons geen andere opdracht dan ook u op te dragen in het licht van allen.
            Uw menselijke vrouwenleven bestaat helaas uit een jokken van uw binnenlippen naar uw hart dat maar een enkele van de duizend fluisteringen aanvaardt, een liegen naar uw hoofd dat ja of nee zegt tegen het enig overgebleven gevoel, en een bedriegen naar uw handen die niet volgen in een overeenkomende actie of toch.     
            U gelooft in een driewerf onwaarheid zoals u kwezelt bij uw tripartite enkele God. U bent verder dan de tweegoderij van uw Calvijn. Onderwijl ziet u uw persoonlijke welzijn als van grote waarde voor een wereld van welbevinden.

Een fijn fijnzinnig Boeddhistisch schouwend weten bevrijdt u van een strijd in uw lijf van  de zelfmoordenares die uit pure zelfhaat een liter chloor inslikt, van de woedende machteloosheid waarmee Tibetanen zich in brand steken en van de zinloze terreur van de euthanasie plegende bomgordel-terrorist?
            Wij laten onze martelaren leven dame die onvrijwillig een granaat uit hun oogkas geven.
            U hoeft niets te doen. Uw goede doelen zijn voldoende… Zij zijn geen aflaat.

Wij brengen de waarheid van een moment in uw ogen voorgoed in u terug beste dame.
            U zult het in uw professie blijven ontkennen.
            Op stille momenten waar wij in onze teruggetrokkenheid ons geluk met alle dingen vinden, daar stuit u op het ongeluk van de vraag die in onze ogen in de uwe ligt.

Hoe slaapt u?
            Met wie?
            En wie duwt u steeds maar van u weg...