[rank_math_breadcrumb]

17. Oerwoede

Onder het mom van democratie wordt democratie democratisch uitgebannen. Zie onze les van onzen Adolf. De gouverneur van Flint roept wegens een op een glazen verandadak gevallen eikel weer eens een noodtoestand uit. Zonder eindigheid. Want het is onbekend wanneer de eikels stoppen met kletteren. Volksvertegenwoordigers staan buiten spel. 
            Want. Hoor het partijkader der Democraten speechen. En gruwel van deze correcte griezels met de campagnebijdragen in hun kas gekieperd. Clinton is gewoonweg een vriend van Brian Epstein. Niet elke echte maat vertelt zijn partner in crime eens de waarheid. Hij neukt geen minderjarigen. Monica is al in de twintig. Bill is geen koninklijke prins Edward.
            Zie elke vier jaar een nieuwe lichting van onze weer aangejongde bende uitverkopers aan het grootkapitaal hun Kamer betreden. Nieuwe taal. Oude argumenten. Oude wijn. Nieuwe zakken. 

Ach zie mijnheer, de atoombom valt al een tijdje niet meer. En ach, weliswaar bieden resultaten uit het verleden nu eenmaal geen garantie voor de toekomst maar zie toch hoeveel kleiner Covid-19 nu is vergeleken bij een kwart van de Venetiaanse bevolking ten onder
            en hoeveel minder casualties er zijn in Russisch Syrië en Amerikaans Afghanistan en zelfs zoveel minder doden er vallen door de mannelijke platmutsen van Saudi-Arabië en de nog langere baarden van Iran… 
            dan driekwart afgevoerd uit Amsterdam en zeventig procent gekeeld in een of andere boerse, nog onverlichte boerenprovincie ten tijde van hun eerste stap op de trede grootwinst van hun Gouden Bloedeeuw.

Elke opkomende zon wordt geel. Rood bloed wordt gulden bloed. Geen grachtengordelpand draagt een opschrift in zijn gevel heeft dat voor niets de zon opkomt,
            de wind gratis door onze haren en over onze huid onze polsen bijeen en uiteen waait en
            ’s nachts elke ster moeite doet ons te bereiken om ons wat zicht te verschaffen…

of welke levensvreugde dan ook vermeldt
            buiten zijn statige aanzien
            van steile guldens.

Ajax.
            Alles moet Ajax zijn. Alles moet Ajax worden.
            Geen mens noch mense denke eens anders.

Sinds wij taal en tieten hebben, liegen we dieper dan het licht van enig universum en zijn donker rondom;
            sedert we nog liever onze overwinning neuken met Indo-Europese koningen om hen (na hun slacht, te vergeten behalve in zijn victorie, en in hun mooie macht, te vereren tot in ons nageslacht) onze baarmoeders vrijwillig te laten bezetten en bezitten tot ook over onze zussen en dochters en vooral tot in de hersenpan en -spoeling van alle nog niet tot in onze bevrijding ingevochte meiden van elders; en
            nadat we onszelf nog hogelijker het liefste bedriegen met ons monotheïsme tot uitsluiting van anderen daar we elke menselijke oneigenschap van bedrog, geweld en overspel niet meer zien in onze God en dus onszelf in minstens ons ideale ik waartoe elk ander een middel tot ons heilige doel is: 

is het deze mens nog steeds een goddelijk genoegen een andere mens te ontmoeten
            “Hoi.”
            “Hallo.”

en is het elke mens niet meer dan een affront een mensheid te moeten treffen.
            Laat ons de mensheid afschaffen.
            Doe ons de mensen scheppen.

Of je nu gelooft in een Amerikaanse droom tot over je dood, een Chinese knoet tot over onze hele wereld of nog een Europese Verlichting tot over de achterkant van elke maan;
            de kaarten zijn geschud, de koek is verdeeld en de deur zit dicht:
            ons kastenstelsel zegeviert. Als je ouders nog niet binnen zijn, bereik jij het niet meer.

Master in de wetenschap. Of slaaf.
            Kolonialen met cultuur. En knechten zonder smaak.
            Maar

er is een kier.
            Licht en donker omarmen weer een schemer waaruit zij lichtend bronnen, stammen en al ons bestaan verdampen in de hemel.
            De deur zit niet op slot.

Kom, 
            zware slaap.
            Ik zal licht met je dansen.

*

Godverdomme. Ik wist het. Dat ik het niet kon voorkomen.  Toch even niet. Even iets opengeslagen. Bij het opruimen van de hype- en handelsboeken een boekje.
            Hier zegt de kaft niet nog meer onzin dan de inhoud. Geen vermelding op het schriftje. Van dochterlief.
            Een dagboekje. Van de tijd dat zij in Albanië zit. Van voordat zij een man of een vrouw heeft.

Hier kan ik vermijden dat ik studeer en rijtjes leer maar niet dat ik eens een blad blader en dan de rest van het boek lees, lees en nog eens lees zonder nog enig lettertje te raadplegen.
            Zo read mijn wederhelft mij. Voortdurend. Zonder ook maar eenmaal haar techniek toe te passen. En immer geen rondere toetssteen te hebben dan onze ethiek.
            De bolle kei is lachspiegel. En al wat van een glimlach blijft opgehangen in onze mondhoeken, vergezelt ons. 

Ik sla haar leugenwerkje voor haar latere zelflezer open. Op zomaar een juiste pagina.
            Haar toon blijkt echt eerlijk. En resoneert zoveel meer na dan haar witte voetje bij eens haar grote ik.
            Dit zijn haar jaren. Haar maanden, weken en dagen. En een nacht.

Haar moeder houdt niet van vliegen. Bezoek haar een paar keer om het land door te trekken.
            Het beeld. Ex-communisme-klerken reppen zich naar comfort en luxe. Roem en rijkdom zijn vrij van hun alternatieven: een gemeenschap voor een socialist van daden in plaats van woorden of een gelofte van armoede voor een monnik die inmiddels niet meer gemarteld hoeft om te beweren dat God inderdaad niet bestaat.
            De apparatsjik en zijn wetenschapper kunnen maar niet aanvaarden dat de ziel er desondanks toch in wil geloven.

Inmiddels leiden bezinning en geleerdheid dus naar zilverlingen. Of zijn niets.
            Wíj storten communistisch beton. Om loos in te werken en wonen.
            Wíj bouwen hier inmiddels beter dozen van staal en trespla om land en leven te vullen.

In het ontmoeten van wat Albanezen, weinig open op anderen in onze wereld gericht;
            klinkt toch ook een enkele ondertitel waar de stemmen niet staan ingesproken:
            mensen met een mening anders dan onze totalitaire eenduidige totem.

Ze spreken bescheiden.
            Zeggen pas na een tijdje wat zij van dit leven vinden (waar duizenden notarissen van de Broederschap vreemden voor hun vrienden heerlijk hebben opgelicht bij de grote bevrijding van hun beefhartige homoseksueel Hoxha te bang voor zijn hachje om zijn maten bescherming te bieden) en verheffen ook dan hun stem niet.
            Slechts enkelingen in ons vrije kapitalisme, onze liberale democratie willen zichzelf niet langer verloochenen in het openlijke dienen van de nieuwe kliek. Steeds rijker. Steeds kleiner.

Het is gezellig. We slapen in eenpersoons- en tweepersoonsbedden. Nog wat nachtelijk kletsen tot aan het plafond in de lucht op onze rug en dan rug aan rug in onverwarmde kamers in het voorjaar in de bergen is voldoende voor warmte.
            Waarom deze pagina?
            << Memories & impressions June/July  * avondwandeling met Pedram, de Iraans/Weense jongen, in de regen in Kanoe, hij kletsnat en met een doorweekte sigaret achter zijn oor, ik onder mijn paraplu. Je weet allebei wat er gaat gebeuren, maar toch durfde ik niet / kan ik niet de eerste stap zetten * alle gesprekken over waar ik niet comfortable mee was, en eindelijk proberen te zeggen wat ik wilde, ook al is het moeizaam en weet ik het zelf ook niet altijd * de laatste nacht met Pedram in Tirana, dat ik hem zo graag wilde aanraken en tegen hem aanliggen en hij alleen seks wilde/aankon, waar ik in meeging. Het gevoel, de volgende ochtend, van gebroken vertrouwen, maar > // bladsprong // < ondanks de tranen heb ik hem dat wel kunnen zeggen en was alles over en oké toen hij weg was * >>