[rank_math_breadcrumb]
04. De stoel
Of werkt het stelsel toch andersom? Is er meer gelijkheid dan waar mijn oma niet mocht stemmen? Dan waar zij niet gekozen kon worden...? Noch een acht honderd meter lopen... Want zie, als zij het doet, dan breekt en braakt ze na de finish. Valt flauw. Overgeven doen velen. Mannen ook. Nog immer. Zuurstofschuld maakt misselijk. Bloed uit de buik kan niet ongestraft naar het hart dat moet kloppen en kloppen voor deze wereld. De dames bezwijken omdat zij geen gelegenheid krijgen voldoende te trainen? Ja. Er is nog altijd een volk dat de helft van het eigen volk in slaafsheid houdt... Op zijn achttiende speelt het gasje graag een jasje-dasje zonder papa of mama in de buurt. Vandaag is zijn verkleedpartijtje serieus. Hij snuffelt in de pauze en na afloop het liefst door een tasje van een tam tafje om te zien wat zijn score is. Hij wil voldoen aan mama. Nu is mama een populariteitslijstje van de meisjes. Persoon is een leuke aanleiding. De wedstrijd betreft de bedpraktijk. Welke knaap vingert en beft het beste... Wie heeft de langste? Ooit doen jongens dat? En zij maken elkaar burgemeester om toch vooral gelijk te blijven... Nu zijn de jongedames bevrijd. In een gevangenis van libertijnse lust is geen mens een ontsnapping mogelijk...? Toch heeft elke humaan het nodig: daar als beest tegen de bewakers, als grootste klootzak onder de kantinebezoekers van de goedkope, agressie bevorderende, grijze fabriekshap of als laf stekende naaineus tussen de geluchten, in de isoleer te komen en dan niet te vluchten maar simpelweg zingend de liefdeloze muren om zich heen te laten vallen en over het puin te klauteren tot de velden waar verlossing niet langer een verplichting is. En de jochies jurist maken intussen praatjes bij de plaatjes van de borsten van de dames op vakantie aan het strand. Fors is niet ongemakkelijk. Zwaar is niet zwaarmoedig. Groot is edoch grootmoedig. Het leven kent een enkele maat. De eigen hoogste plaats in de wedstrijd eigendom oneindig. En het joch heeft geleerd: het loont om te spreken wat mama wil dat je spreekt. Regie is rezjie. Een restaurant is een restauran. Taal is de kut van wijven. De jongen luistert goed. Hij wil het goed doen en beter doen op het podium van de meiden. Als de directe staatsbescherming tot medicus of magistraat hem minder aanspreekt, wordt hij manager bij een grootbank. Daar speelt het liefdeloze reusje niet meer de kak van mama. Het titaantje eigen zakken eerst, klanten willen zelf worden genaaid, weet zich profijtelijk gesteund door hulpeloze belastingbetalers. De directeur bezigt nu het koeterwaals Engels van papa bestuurder. Het is geen nieuw project. Er is sprake van een prozject. De leider glimt bij het gakken van zijn ganzen dichtbij in gelid. Met niet meer dan het laten vallen van een juiste tongval valt de hofhouding in de prijzen van het mogen houden van de carrière.